© 2024 Reclassering Nederland
Privacy
Mariska is medewerker werkstraffen bij Reclassering Nederland. Ze werkt op een werkstraflocatie met een binnen- en buitenproject. Op deze locatie werken hoofdzakelijk cliënten die nergens anders te plaatsen zijn.
De dag begint al vroeg voor Mariska. “Om half 8 start ik met werken. Cliënten kunnen zich tussen 7.30 uur en 9.00 uur telefonisch melden als ze niet naar de werkstraf kunnen komen. ’s Morgens is het erg druk aan de telefoon met ziekmeldingen of andere problemen waar cliënten tegenaan lopen. Ik zet dan ook direct controles uit om te onderzoeken of iemand daadwerkelijk ziek thuis zit. Zodra ik opgestart ben, rij ik naar de binnenlocatie en onderweg overleg ik nog even met mijn collega’s over de plekken die vrij zijn op de werkstraflocatie.”
Op locatie
Eenmaal aangekomen op de binnenlocatie overlegt Mariska met de werkstrafbegeleider over de opstart. Hoe kwamen cliënten binnen en zijn er bijzonderheden geconstateerd? Van de werkstrafbegeleider hoort ze of er cliënten zijn die een gesprek met haar willen. “Ik spreek de cliënten een-op-een. Soms willen ze spuien en soms willen ze iets aanpassen in hun rooster.”
Gedurende de dag houdt Mariska in de gaten hoe het gaat met de cliënten. “Ik haal mensen uit de groep en onderzoek hoe het met ze gaat en wat ik bij ze zie in gedrag. Dat kan een compliment zijn, maar het kan ook een opmerking zijn als ze vervelend gedrag laten zien. Dan is het belangrijk om aan de cliënt te vertellen wat we anders willen zien en wat de gevolgen kunnen zijn. Wanneer een werkstraf niet goed loopt, omdat de cliënt zijn gedrag niet wenst te verbeteren, gaat de zaak uiteindelijk retour. Hiervoor schrijven wij een rapportage aan het OM.”
De werkstraflocatie waar ze werkt, is geen gewone locatie. “Het groepsproject is geschikt voor mensen met een lichamelijke of psychische beperking, agressieproblemen, alcohol- of drugsproblematiek. Het zijn mensen die het lastig vinden om zich te handhaven in de maatschappij.”
Toegewezen zaken
Terwijl Mariska druk bezig is op het groepsproject, buigen haar collega’s zich over de intakes. “Zij voeren de gesprekken en matchen de cliënten met de werkstraflocatie. Ze schrijven hierover een verslag en leggen de werkafspraken vast. Aan de hand van die werkafspraken plan ik iemand in. De cliënt is dus regisseur van zijn eigen werkafspraken.”
Per dag krijgt Mariska vijf of meer zaken toegewezen. “Plannen is daarom een belangrijk onderdeel van mijn werk. Overleggen met werkstrafbegeleiders, toezichthouders en collega-medewerkers werkstraf is ook onderdeel van het werk.”
Samenwerken
Door haar werk komt ze in contact met veel verschillende mensen. “Op het groepsproject heb je veel cliëntcontacten, omdat je erbij bent als de cliënt zijn of haar werkstraf uitvoert. Met werkstrafbegeleiders heb ik het meeste contact. Zij staan op de vloer met de mensen en zijn vaak het eerste op de hoogte van ontwikkelingen bij de cliënt. We sparren veel over hoe we iemand gemotiveerd kunnen krijgen.”
Mariska waardeert de onderlinge contacten met haar collega’s. “Soms is het werk lastig en dan is het fijn dat we een hecht team zijn.”
Meerwaarde van de werkstraf
Maar wat is precies de meerwaarde van de werkstraf? “Mensen die veroordeeld zijn voor een strafbaar feit kunnen hun straf weg ‘werken’. Hiermee voorkomen ze een gevangenisstraf en verlies van mogelijk werk, inkomen en andere problemen. Mensen leren daarnaast omgaan met afspraken en het opbouwen van een dagritme. Ze blijven meedraaien in de maatschappij en werken zoveel mogelijk ten algemenen nutte.”
Een mooi voorbeeld uit de praktijk is het verhaal van Amira: “Amira had een verslaving, schulden en een beperking. Ze kon nergens meer haar werkstraf uitvoeren, alleen op het groepsproject kon zij nog terecht. De kans van slagen leek klein, maar door haar elke dag positief te benaderen en haar te vertellen dat ze erbij hoort, ging ze het hier fijn vinden en was ze van de straat. Zij heeft met tranen in haar ogen afscheid van ons genomen. Onlangs belde ze mij om te vertellen dat ze succesvol was afgekickt in een kliniek.”